De ontwikkeling van een verteller gebeurt (volgens deze beschrijving) in drie stadia. Daarbij is het perfect mogelijk dat iemand zijn hele leven in het eerste stadium blijft. De beschrijving van de drie stappen maken het echter wel mogelijk om ervaring in diverse facetten van het vertelvak bespreekbaar te maken.

Deze facetten werden duidelijk opgetekend in het competentiemodel ‘Storytelling in eight colours.’

De gepassioneerde beginner

Je hebt je eerste stappen in de vertelkunst gezet en je weet: je wil méér. Misschien heb je ervaring in andere woordkunsten zoals theater, cabaret of comedy, maar je begrijpt dat vertelkunst een aparte discipline is, die je verder wil ontwikkelen d.m.v. cursussen of speelkansen.

M.b.t. het competentiemodel:

Waarschijnlijk is jouw eerste grote ambitie het ontwikkelen van de ‘vakman’ en de ‘performer’.

De beslagen verteller

Je hebt al behoorlijk wat kilometers afgelegd in het vertelvak. Je eigen stijl en repertoirekeuzes zijn al redelijk duidelijk. Vertelkunst heeft een plek gevonden in je leven en ook al vertel je misschien niet zo vaak als je zou willen; je voelt dat je ergens een basis hebt ontwikkeld om op terug te vallen, al voel je ook dat je nog redelijk veel facetten zou willen ontwikkelen.

M.b.t. het competentiemodel:

Nu je de vertelkunst al wat in de kuiten hebt, krijg je misschien ook meer belangstelling en ruimte voor ervaring als ‘onderzoeker’, ‘toepasser’ of ‘traditiebewaarder’. Waarschijnlijk weet je onderhand ook al hoe je je verhoudt tot de ‘ondernemer’ en ‘kunstenaar’ in jou.

De doorwinterde verteller

Je hebt vele jaren ervaring of bent al enige jaren bezig als beroepsverteller. Groeien in het vak doe je vooral onder peers of door jezelf uit te dagen en te experimenteren. Binnen het netwerk van vertelkunstenaars neem je initiatief en/of geef je kennis en ervaring door in díe facetten die jou het meest interesseren.

M.b.t. het competentiemodel:

Aspecten zoals de ‘vakman’ en ‘performer’ hebben nog weinig geheimen voor jou. Ondertussen heb je zelfs heel wat ervaring in andere terreinen zoals de ‘ondernemer’, ‘onderzoeker’, ‘kunstenaar’, ‘opleider’, ‘toepasser’ of ‘traditiebewaarder’.